Je bent wat je eet

‘Eten met de seizoenen mee’ is een begrip dat de laatste jaren aan bekendheid wint. Wie zelfvoorzienend leeft, eet eigenlijk altijd met de seizoenen mee. Zo staan er ’s zomers regelmatig sla, andijvie, wortelen, tuin- en sperziebonen op het menu en ’s winters prei, boerenkool, snijbiet en winterpostelein. Die enkele keer dat ik in de supermarkt kom merk ik dat ik zelfs een enigszins onpasselijk gevoel krijg bij het zien van kisten tomaten in februari of aardbeien in december. Vanochtend had Carla een soortgelijke ervaring. Ze moest voor een eenvoudig boodschapje even in de supermarkt zijn en had een moment stil gehouden bij de afdeling groente en fruit. Ze twijfelde of ze wat bananen zou meenemen. Maar haar gevoel zei: wegwezen hier, hier valt niks werkelijk gezonds te halen.

Eten met de seizoenen mee. Het is voor mij en inmiddels ook voor Carla de gewoonste zaak van de wereld. ‘Maar hoe zit dat dan met fruit?’, vroeg ik me zo af en toe wel eens af. Ik was immers, net als iedereen, opgevoed met de overtuiging dat je dagelijks twee stuks fruit moet eten. Voor de vitamientjes. En dat het anders niet goed met je zou gaan. Fruit eten, het heeft me eigenlijk nooit zo getrokken. Toen Carla en ik elkaar in de herfst van 2020 leerden kennen, viel het haar op dat ik niet of nauwelijks fruit at. En omdat ze van me hield, pelde ze regelmatig een sinaasappel voor haarzelf en voor mij. “Waarom eet je geen fruit?”, vroeg ze me op een goed moment. “Nou, dat doe ik wel”, zei ik, “maar eigenlijk alleen als het rijp aan de bomen hangt.” Want zo is het. Als de appels en peren rijp zijn, kan ik me er ongans aan eten. Dan eet ik zo vijf, zes, zeven stuks fruit per dag. Niet uit plichtsbesef, maar omdat het me zo ontzettend goed smaakt. En na de pluk, als de kistjes in de schuur of koeling staan, dan mag ik ook nog graag regelmatig een appeltje pakken.

“Moet je nou wel of niet het hele jaar door fruit eten?”, vroeg ik onlangs aan klassiek homeopaat en natuurvoedings-winkelier Markus in Lochem. Hij keek me lachend aan en voelde intuïtief dat ik het antwoord eigenlijk zelf al wist. “Je moet vooral dát eten waar je trek in hebt,” zo reageerde hij. “Waarbij, alleen al als je er aan denkt, het water je in de mond loopt. Want in dat water, dat speeksel, zitten de eerste enzymen die je lichaam helpen bij het verteren van het voedsel. Wanneer dat spontaan toevloeit, is bij wijze van spreken de helft van de vertering al geschiedt. Jouw lichaam weet prima wat het nodig heeft, vertrouw daar maar op. En het hele jaar door fruit eten is inderdaad nergens voor nodig.”

error: Content is protected !!