Veilig werken met de kettingzaag

De ketting- of motorzaag is een veelzijdige machine waarmee een geoefend werker op een veilige manier vlot bomen en struiken kan vellen en brandhout, gekloofde weidepalen en ander hout op lengte kan zagen. Werken met een kettingzaag brengt echter ook gevaren met zich mee. De zaag is onbeschermd en direct binnen het bereik van de handen. Daarbij komen er tijdens het werk soms onverwachte krachten vrij.

Om plezierig èn veilig te kunnen werken zijn er een aantal voorzieningen en beschermingsmiddelen ontwikkeld, de zogenaamde pbm’s (persoonlijke beschermingsmiddelen). Ook de werkhouding en werktechniek spelen een belangrijke rol. Peter Bongen is trainer/adviseur van het Praktijk Centrum Bomen in Apeldoorn en zette op ons verzoek de belangrijkste aandachtspunten op een rijtje en demonstreerde ze in de praktijk.

Veilig werken met persoonlijke beschermingsmiddelen

De pbm’s moeten goed passen en correct worden gebruikt, anders kunnen ze meer risico’s veroorzaken dan dat ze wegnemen. De pbm’s voor het werken met een kettingzaag zijn er voor het gehoor, de ogen en het gelaat, het hoofd, de handen, benen en voeten. Voor de oren bestaan er verschillende opties: gehoorbeschermers, oordoppen en oorplastics. Voor de ogen en het gezicht zijn er de veiligheidsbril en de gelaatsbeschermer. Het is vooral een kwestie van persoonlijke voorkeur voor welke opties wordt gekozen. Zodra er tussen bomen gewerkt wordt, bestaat er een reële kans dat er dood hout naar beneden valt. Daarom is het verstandig altijd een goede veiligheidshelm te dragen, ook al lijkt dat wellicht overdreven. Een bijkomend voordeel is dat een helm, bedoeld voor het werken met de kettingzaag, vaak al is voorzien van gehoor- en gelaatsbescherming. Ziedaar: drie vliegen in één klap. Goede werkhandschoenen bieden bescherming tegen scherpe takken en doorns en in mindere mate tegen de trillingen van de machine. Ook houden ze de handen langer warm, wat bij koud weer niet alleen prettig is, maar ook de veiligheid ten goede komt. Tegen het geweld van een draaiende zaagketting doen handschoenen echter weinig. Zaagbroeken doen dat wel. Ze zijn gemaakt om de benen tegen een draaiende ketting te beschermen. De voering bestaat uit bijzonder taai vezelmateriaal. Raakt de draaiende ketting de broek, dan loopt de zaag onmiddellijk vast. Na zo’n ‘redding’ is de broek niet meer bruikbaar en moet worden vervangen. De voeten tenslotte zijn gebaat bij speciale zaagschoenen. Bij deze loopt, aansluitend aan de stalen neuzen, een strook materiaal over de wreef die vergelijkbaar is met het vezelmateriaal in de zaagbroek.

Veilig werken met een goed onderhouden machine

Een in goede staat verkerende machine gaat langer mee, geeft een grote bedrijfszekerheid en is veiliger in het gebruik. Hiertoe moet er regelmatig ‘klein’ en periodiek ‘groot’ onderhoud worden gepleegd. Meestal zal het periodieke onderhoud aan een vakman worden uitbesteed. Geadviseerd wordt om een kettingzaag jaarlijks voor een ‘grote beurt’ weg te brengen. Daarbij kijkt de vakman kritisch naar de volgende onderdelen en verzorgt of vervangt ze: de kettinggeleider, de a.v. rubbers, de kettingvanger, het koelsysteem, het brandstoffilter, het luchtfilter, de bougie, de startinrichting, de carburateur en het tandwiel. Het zelf uit te voeren ‘dagelijks’ onderhoud betreft het schoonmaken, deels demonteren, controleren en weer bedrijfsklaar maken van de kettingzaag. Daarbij komen aan de orde:

  • demontage van de ketting en de geleider, schoonmaken van de kettinggeleidergroef en de olietoevoergaatjes;
  • controleren of de dieptestellers van de ketting nog op de juiste hoogte zijn, zo nodig vijlen;
  • controleren of de ketting nog scherp is, zo nodig vijlen;
  • reinigen van de kap en de aansluiting op de machine;
  • het luchtfilter controleren en indien nodig reinigen;
  • opnieuw monteren van de kettinggeleider en de ketting, de geleider ‘ondersteboven’, in verband met gelijkmatige slijtage;
  • controle van de kettingspanning, de ketting mag niet ‘doorhangen’, maar moet wel gemakkelijk met de hand rond te draaien zijn;
  • starten en proefdraaien, waarbij de kettingsmering wordt gecontroleerd; bij vol gas werpt de ketting druppeltjes olie voor zich uit, de kettingrem wordt getest; ook bij vol gas moet de ketting onmiddellijk stilstaan en de carburateur wordt gecheckt; bij stationair draaien mag de ketting niet meedraaien;
  • opnieuw controleren van de kettingspanning, in verband met mogelijk verloop tijdens het proefdraaien.

De beitels van de zaagketting hebben meerdere functies: ze moeten indringen, snijden, lossen en ruimen. De zaagprestatie hangt direct samen met de scherpte en de snijhoek van de beitels. Het slijpen van een zaagketting gaat het beste handmatig, de diameter van de vijl moet kloppen bij het type ketting. Als vuistregel geldt dat de vijl een vijfde tot een tiende van de diameter boven de beitel uit moet komen. Er zijn verschillende hulpmiddelen om op de juiste diepte en onder de juiste hoek te vijlen.

Veilig werken door het inschatten van de risico’s

Iedere scheefstaande, liggende of ‘hangende’ boom heeft spanningen in de stam. Daar moet met zagen terdege rekening mee worden gehouden. Het juist inschatten van deze spanningen is wellicht het moeilijkste deel van het houtzagersvak. Zelfs de meest doorgewinterde professional wordt nog wel eens verrast. De spanningen zijn te verdelen in duwende en trekkende krachten. Voorbeeld: een omgewaaide boom steunt aan de onderzijde op het wortelgestel en aan de bovenzijde op de dikkere takken van de kruin. Als deze stam van bovenaf worden ingezaagd, dan komt de zaag gegarandeerd vast te zitten. De zaagsnede wordt door de duwende krachten dichtgedrukt. Behalve in het verticale vlak bestaan er ook zijdelingse (horizontale) duwende en trekkende krachten en combinaties daarvan. Zeker wanneer er meerdere krachten tegelijk werkzaam zijn, wordt het voor de hobbymatige zager te gecompliceerd en daardoor gevaarlijk. Dit is het moment om de klus te laten rusten en de hulp van een professional in te roepen. Deze zal dat eerder ‘verstandig’, dan ‘dom’ van u vinden.

Veilig werken door het gebruik van de juiste vel- en zaagtechniek

De kettingzaag is gebouwd om met twee handen te bedienen. Daarbij houdt de linkerhand de draagbeugel vast en de rechter de handgreep met de gashendel. Alleen op deze manier kan er veilig met de machine worden gewerkt, wijk hier dus nooit van af. Door de pols van de linkerhand naar voren te draaien wordt de kettingrem – middels de beugel van de handbescherming – in werking gesteld. Doe dat tijdens het werk, telkens wanneer er even niet gezaagd wordt. Om te ontgrendelen haakt men de duim van de linkerhand onder de draagbeugel waarna de handbescherming met de overige vingers teruggeklikt wordt. Door tijdens het werk de zaag dicht bij het lichaam te houden wordt overmatig belasten van de rug voorkomen. Ook is het op deze manier makkelijker om de machine onder controle te houden. Zak – indien nodig – door de knieën om het buigen van de rug te beperken en zaag bij voorkeur op of onder heuphoogte en niet boven schouderhoogte. Er kan zowel met de onderzijde (‘trekkend’) als met de bovenzijde (‘duwend’) van de kettinggeleider worden gezaagd. Zaag echter NOOIT met de punt van de kettinggeleider, dat is vragen om een zogenaamde ‘kick-back’. Struiken en kleine bomen (tot 10 centimeter doorsnede) kunnen door middel van een enkele schuine zaagsnede worden geveld. Het stammetje zal rechtstandig langs de snede naar beneden glijden – denk om de voeten – en daarna handmatig onderuit getrokken kunnen worden. Een andere methode is die van het maken van twee tegenover elkaar liggende zaagsnedes met een onderling hoogteverschil van 3 tot 5 centimeter. De laagste snede dient te worden gemaakt aan de kant waarheen de stam uiteindelijk moet vallen. Wanneer deze techniek juist wordt uitgevoerd, zal de boom blijven staan, totdat deze handmatig – en gecontroleerd – wordt omgeduwd of getrokken. Zorg er tijdens het werk steeds voor dat er voldoende ruimte is om goed en veilig te kunnen bewegen en weg te kunnen lopen als er iets mis gaat. Voor het vellen van dikkere stammen dient de directe omgeving van de boom eerst te worden vrijgemaakt van opslag en takken. Dan wordt de valrichting bepaald waarbij onder andere wordt gekeken naar de groeiwijze (kroonvorm) van de boom en de mogelijkheden van het terrein. Nu kan de valkerf worden gezaagd, zuiver haaks op de gekozen valrichting. Een valkerf is wigvormig en heeft een horizontale valkerfzool en een schuin valkerfdak. Belangrijk is dat de valkerf niet te diep wordt gemaakt, maximaal 1/5 tot 1/4 van de boomdiameter. Een goed gemaakte valkerf verkleint de kans dat de boom tijdens het vellen openscheurt. Maak nu twee spintsnedes. Dit zijn ondiepe snedes, aan weerskanten van de stam en qua hoogte ongeveer halverwege de valkerf. De velsnede tenslotte zal de boom uiteindelijk laten vallen. Deze dient precies tegenover de valkerf te worden gemaakt, op gelijke hoogte met de spintsnedes. Let er op dat er nog enkele centimeters (minimaal 10% van de diameter) hout over blijft ten opzichte van de – iets lager gelegen – valkerf. Dit stukje niet doorgezaagde stam heet ‘breuklijst’, zal bij het vallen als scharnier werken en de boom dwingen in de gewenste richting te vallen. Is het zagen voltooid en staat de boom nog overeind, breng deze dan met de hand of met behulp van een wig of velhevel tot vallen. Ga niet opnieuw zagen, daarmee wordt de breuklijst vernield en de vallende boom een ongeleid projectiel. Zet, zodra de boom gaat vallen, de ketting op de rem en loop enkele passen schuin achteruit. Mocht het stameinde opwippen of openbarsten, dan wordt u in ieder geval niet geraakt.

Veilig werken met de juiste kettingspanning en -scherpte

Tijdens het zagen kan de kettingspanning teruglopen, met name door het warm worden van de ketting. Hierdoor zal de ketting aan de onderzijde van de kettinggeleider gaan doorhangen, wat een snellere slijtage tot gevolg heeft en daarmee de kans op kettingbreuk. Controleer de kettingspanning dus zo nu en dan en stel deze – indien nodig – bij. De spanning is goed als de ketting niet ‘doorhangt’ maar makkelijk met de hand is rond te draaien. Het lijkt wellicht tegenstrijdig, maar het werkt veiliger met een scherpe ketting dan met een botte. Een scherpe ketting ‘vreet’ zich sneller het hout in om daar doelgericht zijn werk te doen, een botte ketting maakt het werk vervelend en traag waardoor concentratieverlies ontstaat. Het advies is dan ook om bij iedere keer tanken even met de vijl langs alle schakels te gaan. Een paar streekjes is voldoende om de zaag in topconditie te houden.

Houd omstanders op afstand

Werken met een kettingzaag spreekt tot de verbeelding, zeker wanneer er bomen worden geveld. Binnen de kortste keren kan uw rustige werkplek in een ontmoetingsplek voor de buurt zijn veranderd. Houd kijkers, vriendelijk doch resoluut, op afstand. Bij uitsnoeien en inkorten is dat minimaal vijf meter rond de werkplek en bij vellen minimaal anderhalf maal de lengte van de te vellen boom.

Volg een cursus voor praktijkervaring

Eén van de belangrijkste aandachtspunten qua veiligheid is het consequent toepassen van de juiste vel- en zaagtechnieken. ‘Van papier’ is dat bijna niet te leren. Daarom is het goed te weten dat er op verschillende plaatsen in het land door professionals cursussen in het werken met de kettingzaag worden gegeven. Meer informatie hierover is onder andere te krijgen bij PC Bomen in Apeldoorn.

Werk niet alleen

Zorg ervoor dat er altijd iemand binnen ‘zichtafstand’ is, als u met een kettingzaag werkt. Deze persoon kan in geval van nood handelen. Zorg ook dat u zelf steeds weet waar u zich bevindt en dat u een mobiele telefoon bij de hand hebt. Bij een ongeluk moeten de hulpdiensten u kunnen vinden. Een EHBO trommel hoort vanzelfsprekend tot de standaarduitrusting.

Dit artikel verscheen eerder in het blad Boerenvee nr. 1 – jan. 2018

error: Content is protected !!