Hout kloven, machinaal of met de hand

Kachelhout klein maken en met name het kloven, is een behoorlijk tijdrovende en inspannende bezigheid, zeker voor wie lichamelijk werk geen ‘dagelijkse kost’ is. Om deze klus te vergemakkelijken zijn er de laatste jaren compacte en betaalbare kloofmachientjes op de markt gekomen. Deze werken op lichtnet, leveren een drukkracht van 4 tot 7 ton en kosten tussen de 200 en 1000 euro.

Het huis van Frits Spek staat midden in het bos en op het erf staan her en der stapels brandhout opgetast. Alles ‘ademt’ hier hout, zelfs de sfeervolle woning is er volledig uit opgetrokken. Frits Spek is trainer en adviseur bij IPC Groene Ruimte in Schaarsbergen en ‘bosman’ in hart en nieren. Aan zijn keukentafel is vanmorgen Walther van der Poel aangeschoven, net als Frits ‘gek van hout’ en daarbij specialist op het gebied van bosbouwbenodigdheden en kloofmachines. Walther heeft twee verschillende kloofmachientjes meegebracht die we deze ochtend gaan uitproberen.

Nog voor de koffie is ingeschonken steekt de bebaarde bosbouwer enthousiast van wal: “Mag ik eerst even iets in zijn algemeenheid zeggen? Je kunt kloofapparatuur namelijk globaal in drie groepen indelen. Als eerste is er de groep van echt zware klovers, die op de aftakas van de trekker of op krachtstroom werkt en 10 tot 40 ton drukkracht levert. Dit type machines klooft stammen met een doorsnede van 20 centimeter tot een meter en een maximale lengte van 1 meter, kost tussen de 4000 en 50.000 (!) euro en is bedoeld voor de professional die gekloofd haardhout verkoopt en jaarlijks 50 tot 500 kuub hout verwerkt. De tweede, zeg maar de ‘midden-groep’ kloofmachines is bedoeld voor de grotere zelfgebruiker. Ook deze machines werken op de aftakas of op krachtstroom. Ze leveren 6 tot 10 ton drukkracht, kloven stammen met een diameter van 20 tot 60 centimeter en een lengte van 1 meter en kosten tussen de 1000 en 4000 euro. Gebruikers van beide groepen kloofmachines vinden we vooral in de ons omringende landen zoals Duitsland en Scandinavië. Een jaar of tien geleden is daar een derde groep kloofmachines bijgekomen, met name voor de Nederlandse markt. De Nederlandse gebruiker klooft zo’n 2 tot 10 kuub hout per jaar, voornamelijk voor eigen gebruik. Kloofmachines in deze groep werken bijna altijd op lichtnet en leveren een drukkracht van 4 tot 7 ton. De prijs ligt tussen de 200 en 1000 euro.”

Terwijl Walther van der Poel vertelt, roert Frits Spek zwijgend in zijn hete koffie. Uit zijn hele houding spreekt: Ik wil naar buiten, aan het werk! Deelt hij van der Poels enthousiasme voor kloofmachines? “Ach, het is mooi spul, maar eerlijk gezegd aan mij niet besteed.” Hoe dat zo, u klooft toch heel wat hout? “Dat klopt, ik hak jaarlijks zo’n 300 tot 400 gestorte kuubs haardhout klein. Maar daarvoor heb ik geen machine nodig, dat doe ik met de hand.” Walther van der Poel vult lachend aan: “Frits is een oermens met de conditie van een topsporter. Zoals hij klooft, klooft er geen ander.” En tegen de fotograaf: “Dat kun je trouwens maar beter niet fotograferen. Frits klooft met een kloofbijl met een korte steel, zodat hij met zijn vrije hand het blok kan verzetten. Levensgevaarlijk, voor iedereen die niet verdomd goed weet wat hij doet.” Frits relativeert: “Ach, mijn vader klooft al zijn hele leven hout, op precies dezelfde manier en nu op zijn tachtigste nog altijd zo’n 100 kuub per jaar. Dus dat ‘levensgevaarlijk’ valt nogal mee, alhoewel je het inderdaad maar beter niet kunt fotograferen. Om te voorkomen dat de lezers het gaan nadoen…”

Veilig en economisch

Zo belanden we vanzelf bij het onderwerp veiligheid. Terwijl Walther van der Poel de twee meegebrachte machientjes opstelt, somt docent Frits Spek de belangrijkste punten op het gebied van veilig en economisch werken op. “Kies een logische plek om te gaan kloven, liefst zo dicht mogelijk bij de stapel te verwerken hout. Plaats een horizontale houtklover op een verhoging, bijvoorbeeld een stabiel opgestelde aanhanger of een werktafel, dat is belangrijk voor de eigen werkhouding. Een staand model klover moet uiteraard ook stabiel worden neergezet. Leg de voedingskabel en het verlengsnoer zo neer, dat je er bij het heen en weer lopen niet over kunt struikelen. Wie op het gebeid van de eigen bescherming geen risico wil lopen, gebruikt behalve werkhandschoenen, ook schoenen met stalen neuzen en een veiligheidsbril.” Walther van der Poel vult aan: “Controleer van tevoren of het kloofmes goed vast zit. Draai indien nodig de bout(en) na en controleer meteen de peilstok om te zien of er voldoende hydrauliek olie aanwezig is. Door de constructie van de machine is er maar één logische plek voor de bediening. Gebruik die ook en ga bijvoorbeeld niet zijdelings naast het apparaat staan. Laat daar ook niet iemand anders – bijvoorbeeld een helper – staan. Dat is gevaarlijk in verband met wegspattend hout, bijvoorbeeld op een noest. Bedenk ook telkens hoe je het hout zo gunstig mogelijk in de klover legt. Maak daarbij gebruik van de ‘draad’ en van eventuele droogtescheurtjes. Zit er een flinke noest, kloof daar dan ruim langs heen of – als dat niet anders kan – er middendoor.”

Terwijl de eerste bollen hout gekloofd worden, vertelt Frits verder: “Kijk, door het gekloofde hout meteen in een kruiwagen te doen werk ik praktisch – het scheelt een keer bukken – en houd ik mijn werkomgeving schoon. Ik zal op deze manier niet snel over een stuk hout struikelen. Het prettigst werkt het met twee kruiwagens die telkens tegen elkaar gewisseld worden. Met een helper erbij gaat het helemaal lekker vlot. Door geen gekloofd hout op de grond te laten slingeren, voorkom je bovendien dat die helper gaat bukken om het hout van de grond op te rapen. Dat bukken in de buurt van de kloofmachine is gevaarlijk in verband met mogelijk wegspatten.” Moderne kloofmachines zijn zo geconstrueerd dat beide handen nodig zijn voor de bediening. Frits Spek daarover: “Dat is heel bewust zo gedaan. Het is daardoor feitelijk onmogelijk om tijdens het kloven met een hand bij het hout te zijn. Vergeleken met een blok hout is een vinger immers maar een lucifershoutje. Laat daarom ook nooit een ander de bollen hout op de machine leggen, terwijl u zelf de bediening doet (of andersom). Dat is echt vragen om ongelukken.”

Een goed begin is het halve werk

Voordat er gekloofd kan worden, dient er uiteraard eerst een vrachtje hout te zijn. Dat kunnen keurig gezaagde bollen zijn, maar ook een ‘zootje ongeregeld’. Moet u het hout nog zagen, dan kunt u dat in een voor uzelf geschikte lengte doen. Gezaagd en gekloofd haardhout dat via de handel wordt aangeboden is meestal 30 centimeter lang. Maar als u een kleine of juist grote kachel heeft, kunt u de lengte daarop aanpassen. Grote stukken hout zijn meestal zwaar. Voorkom onnodig gesjouw en pas goed op uw eigen lichaam door niet te zwaar te tillen. Grote bollen hout kunnen beter gerold dan getild worden. Het tillen van gezaagde bollen gaat overigens het veiligst met de handen aan de zijkanten van de bol, zeker bij een staande machine. Met één hand onder en één hand boven op de bol is de kans groot dat u vroeg of laat uw vingers bij het neerzetten bezeert. Uiteindelijk zullen de meeste gezaagde bollen, uitgaande van een dikte van maximaal 20/25 centimeter onder de 25 kilo blijven en goed hanteerbaar zijn. Zijn er dikkere (en dus zwaardere) bollen bij, dan moeten die eerst met een kloofbeitel en hamer of eventueel met de kettingzaag kleiner worden gemaakt. Niet alleen worden de stukken daardoor beter hanteerbaar, ze passen anders ook niet op de kloofmachine.

Wat is een ‘kuub’ hout?

Bij de handel in (brand)hout wordt de hoeveelheid hout meestal in kuubs aangeduid. De term kuub komt van kubieke meter oftewel 1m³. Er is echter een groot verschil tussen werkelijke kuubs en losse kuubs. Over het algemeen wordt in het bos altijd met werkelijke kuubs gerekend. Voor het berekenen daarvan wordt met een grote schuifmaat de diameter van een stam – inclusief schors – opgemeten. Omdat een stam naar boven toe geleidelijk dunner wordt, dient de maat in het midden van de totale lengte te worden opgenomen. Nu rest een wiskundige som waarbij de helft van de diameter (de straal) eerst met zichzelf en daarna met 3,141 (‘pi’) wordt vermenigvuldigd. Het zo verkregen getal is de oppervlakte van de doorsnede van de stam, welke vervolgens met de lengte moet worden vermenigvuldigd.

Voorbeeld: De diameter van de stam is 25 centimeter en de lengte 20 meter. De straal is dus 12,5 centimeter oftewel 0,125 meter, wat de volgende som geeft: 0,125 X 0,125 X 3,141 = 0,049 X 20 = 0,98 m³, oftewel bijna één kuub.

Buiten het bos wordt meestal met ‘gestorte kuubs’ gerekend, waarbij de ruimte tussen de stammen wordt meegerekend. Het mag duidelijk zijn dat dit aanzienlijk minder hout is.

Voorbeeld:
werkelijke kuub      = 1000 liter hout (1m³)
gestorte kuub         ≈  500 liter hout
gestapelde kuub    ≈  650 liter hout

Aankooptips kloofmachine

– Uit verkooptechnische overwegingen wordt met de aanduiding van het tonnage op (erg goedkope) houtklovers soms gesjoemeld. Technisch gezien kan een houtklover op lichtnet (220V.) maximaal 6 ton (6000 kg.) persdruk leveren.

– Het werkplezier zal straks mede door de snelheid van de machine worden bepaald. De cilinder moet immers bij het kloven telkens heen en ook weer terug gaan. Laat een aan te schaffen machine door de verkoper demonstreren en maak een inschatting of het tempo u past.

– Controleer altijd of de aangeboden machine is voorzien van een CE keurmerk. Dit is een minimale waarborg dat de machine voldoet aan de actuele Europese richtlijnen op het gebied van onder andere veiligheid, gezondheid en milieu.

Algemene klooftips

– Hout kan het beste vers worden gekloofd, omdat het proces van indrogen dan nog niet begonnen is. Houtvezels worden taai tijdens het drogen, waardoor de eerste klap met de bijl minder goed doorkomt. Zaag het hout daarom nooit langer dan een week vooruit, omdat het drogingproces via kops hout tamelijk snel gaat.

– Niet ieder stuk hout hoeft te worden gekloofd. Een veel gebruikte ondergrens is een diameter van 10 centimeter, zeg maar formaat bierviltje. Daaronder wordt meestal niet meer gekloofd.

– Stop op tijd met werken. Behalve dat het lichaam vermoeid raakt, waar op zich niets mis mee is, neemt het concentratievermogen af. Zeker wanneer er weinig routine is in het werken met deze apparatuur, worden er dan eerder fouten gemaakt.

Opslaan

Gekloofd hout kan het beste meteen goed worden opgeslagen om verder te kunnen drogen. In een goede houtopslag is het hout beschermd tegen de regen, maar kan de wind vrijelijk zijn gang gaan. Ook is zo’n plaats vanuit huis makkelijk te bereiken. Wie geen houtschuur heeft, of er tijdelijk geen plek in heeft, kan het hout ook heel goed buiten opslaan. Dit gaat gemakkelijk tussen twee bomen, die dan als ‘grote boekensteunen’ dienst doen. Maak de stapel bij voorkeur niet meer dan drie lengtes diep (totaal dus ca. een meter) en bouw deze in eerste instantie een meter hoog. Leg nu enkele meter-lange latten als een soort spouwankers op de houtblokken en bouw vervolgens verder. Dit geeft het geheel aanzienlijk meer stevigheid. Bouw de stapel vervolgens af tot maximaal ‘ooghoogte’, hoger is onhandig. Dek de bovenkant (en alleen de bovenkant!) af met enkele lagen dubbelgevouwen landbouwplastic, afdekzeil, golfplaten of ander waterdicht materiaal. Houdt deze bedekking op zijn plaats met enkele zware stenen of bollen hout. Op deze manier heeft de wind vrij spel en zal het hout, ondanks dat de zijkanten onbeschermd zijn, goed drogen en na anderhalf à twee jaar geschikt zijn als kachelhout. Langer laten liggen kan uiteraard ook.

Dit artikel verscheen eerder in het blad Landleven nr. 8 – december 2011

error: Content is protected !!