Toen Carla en ik eind 2020 samen kwamen, spraken we duidelijk naar elkaar uit dat we een monogame relatie wilden. Beiden hadden we in eerdere relaties ervaring opgedaan met ‘iemand er bij’, zowel stiekem als open en beiden hadden we daarover achteraf vastgesteld dat dit voor alle betrokkenen meer pijn en verdriet dan vreugde had opgeleverd. ‘Dat gedoe’ wilden we dus niet meer.
In de wereld om ons heen lijkt polyamorie echter steeds normaler te worden. Op een serieuze voorlichtingswebsite lees ik de tip om tijdig met je partner over dit onderwerp te praten, want ‘meestal gaat men er in het begin vanuit monogaam te zijn, totdat één van de twee verlangens krijgt naar seks met iemand buiten de relatie. Als er op dat moment pas begonnen wordt met de communicatie, voelt het veel bedreigender aan dan wanneer deze verlangens nog niet gekoppeld zijn aan een specifiek persoon.’ Nog even en Carla en ik zijn vijf jaar samen, maar een gesprekje over ‘wat te doen als één van ons…’ is niet aan de orde. We praten, lezen en schrijven regelmatig over seksualiteit, maar de behoefte of fantasie om bij onze eigen intieme ontwikkelingsweg een ander te betrekken wordt zo mogelijk alleen nog maar kleiner.
‘De man wil seks en de vrouw wil liefde’ is een bekende uitspraak. Maar is dat wel zo? Voor het boekje: ‘In bed of op de keukentafel’ vroeg schrijfster Corine Koole negentien ‘gewone vrouwen’ naar de manier waarop ze seks beleven. In elk gesprek vertelt een vrouw gedetailleerd over haar ervaringen tijdens een recente vrijpartij. Van begin tot eind beschrijft ze haar gedachten, handelingen en emoties. Een flink aantal verhalen gaan over seks met een andere dan de eigen partner. Carla en ik hebben het boekje samen gelezen en dat was bijzonder leerzaam, maar aan geen van de beschreven vrijpartijen hielden we een warm gevoel over. We proefden vooral eenzaamheid, gelatenheid, sleur.
Seks hebben buiten de eigen relatie kan even leuk en spannend zijn, maar wordt op den duur ook een sleur. Het is namelijk niet alleen de vrouw die diep van binnen geen seks maar liefde wil, maar net zozeer de man, weet ik uit eigen ervaring. En voor liefde moet je allereerst vooral bij jezelf zijn. Zanger en schrijver Harrie Jekkers verwoordt dat geweldig mooi in zijn liedje ‘Ik hou van mij’. ‘Ik hou van mij, want ik ben te vertrouwen, ik hou van mij, van mij kan ik op aan. Ik hou van mij, op mij kan ik tenminste bouwen, ik hou van mij en ik laat mij nooit meer gaan.’ Om uiteindelijk te eindigen met: ‘Want ‘ik hou van jou’ is niet de sleutel tot de ander. Maar ‘ik hou van mij’, al klinkt het bot en slecht. Want wie van zichzelf houdt, die geeft pas echt iets kostbaars, als hij ‘ik hou van jou’ tegen een ander zegt.’…
Van jezelf houden, het klinkt zo eenvoudig. Maar als je je bewust wordt dat dit allerminst eenvoudig is, dat nagenoeg iedereen in de westerse wereld kampt met een stevige dosis zelfafwijzing en dat het dus al een hele kunst is om dit alleen of samen met een liefdevolle eveneens zoekende partner zichtbaar te maken en zachter te maken, dan weet je dat polyamorie in het hier en nu zeer onrealistisch is. Omdat het al een hele uitdaging is werkelijk liefde voor jezelf te leren voelen en voor een (één) partner. En hoe zit dat dan met die (dreigende) sleur in je seksleven? Moet je je daar dan maar bij neerleggen? Nee dat hoeft zeker niet. Als je er voor open staat en samen bent met iemand met wie je je verbonden weet, bij wie je werkelijk jezelf kunt zijn, dan valt er een heel nieuwe en zelfs veel vervullender manier van vrijen te ontdekken. Daarvoor neem je afscheid van traditionele seks, begin je helemaal opnieuw en leer je stap voor stap om samen lichamelijk de liefde te bedrijven. En liefde – werkelijke liefde – is ieder moment weer fris en nieuw en wordt nooit een sleur.
De hier genoemde leerweg wordt beschreven in het boekje: ‘Liefhebben, de weg van seks naar liefde’ van de Australische spirituele leraar Barry Long.