Wijs met wei: ricotta

Het is een ‘oude boeren wijsheid’ die me al lang geleden verteld is: varkens voer je in de afmestfase, dus in de laatste maanden voordat ze worden geslacht, met roggemeel en kaaswei. Daar krijgen ze mooi wit en stevig spek van.

Onlangs hebben we het kaasmaken hier weer opgepakt en daarmee is er dus ook weer kaaswei. Alleen zijn er geen varkens meer op Groot Brandenborch, dus die logische bestemming is vervallen. Nou weet ik al jaren dat je veel meer met wei kunt dan het aan de varkens voeren – in Noorwegen maken ze er de bekende brunost (bruine kaas) van – alleen was het er nooit van gekomen me daar echt in te verdiepen. Tot we onlangs weer eens een paar mooie Goudse kaasjes hadden gemaakt en Carla opperde: “Laten we van deze wei eens ricotta proberen te maken. In ons nieuwe kaasmaak-boek (‘Kaas uit eigen keuken’ van Nils Koster) staat een super eenvoudig recept, dat wil ik graag uitproberen.”

Terwijl ik naar buiten ging om de dieren te voeren, ging Carla in de keuken met een pan vol wei aan de slag. Ze bracht deze aan de kook, voegde een scheutje azijn toe en bleef even roeren. Al snel kwamen er geel-witte ricotta stukjes boven drijven. Die schepte ze af met een schuimspaan en deed ze over in een met kaasdoek bekleed vergiet. Daar lekte de ricotta uit en koelde af. Toen ik niet veel later de keuken binnen kwam, trof ik daar een glunderende Carla. De ricotta (‘ri-cotta’ is Italiaans en betekent letterlijk opnieuw gekookt) leek goed gelukt en ze was, geïnspireerd door het nieuwe boek, ook maar meteen een soda-brood op basis van wei aan het maken.

Zo hadden we later op de avond nog een bijzonder leuk en verrassend hapje: vers gebakken brood met de inmiddels geheel afgekoelde ricotta met snippertjes verse bieslook. Buon appetito!

Noot: Van 7 liter verse (dus nog zoete) en onverdunde wei was onze opbrengst bijna 500 gram ricotta.

error: Content is protected !!