Burgerlijk ongehoorzaam

Yes! Ik heb me in tijden niet zo goed gevoeld. Met een glimlach van oor tot oor kom ik bij de auto terug waar Carla op de bijrijdersstoel op me wacht. De tas met de heimelijk vergaarde buit ligt even verderop verstopt achter een boom en zullen we direct  met de auto ophalen. Maar eerst geef ik Carla een dikke knuffel want: het-is-ge-lukt!

Jaren geleden kreeg ik van Noorse vrienden een oeroud recept van ‘Hjemmebrygget öl til jul’, oftewel ‘thuis gebrouwen kerstbier’. Het bijzondere aan dit bier is dat er geen gemout graan in gaat, maar jeneverbes-takken. Daar was indertijd in de Noorse bergen kennelijk makkelijker aan te komen dan aan graan. Ik heb dit Noorse bier door de jaren heen verschillende keren gemaakt. De ene keer lukte het beter dan de andere en soms ploften de kurken voortijdig van de flessen. Navraag bij de Noorse vrienden leerde dat ook bij hun de gisting soms voor verrassingen zorgde. Maar als het lukt, dan is het ook echt een heel bijzonder en lekker bier en de moeite van het maken meer dan waard!

Die jeneverbes-takken plukte ik altijd een beetje ‘stiekem’, in een natuurgebied een stukje verderop. In ons land is de jeneverbes officieel beschermd, maar ja, officieel mag er zo veel niet. Veel heb ik niet nodig en ik pluk altijd met respect voor de natuur, zoals ik dat met alles probeer te doen. Ik pluk alleen van grote gezonde struiken en niet alles in één, maar hier een paar takjes en daar een paar. Totdat ik een plastic boodschappentas vol en daarmee genoeg voor het recept heb.

Het werd november, dé maand waarin het kerstbier gebrouwen dient te worden. Maar ik zat niet lekker in mijn vel. Ongeveer een jaar geleden kreeg ik voor het eerst galsteen-gerelateerde pijn-aanvallen en met tussenpozen kwamen die terug. Zo ook begin november en deze keer was het echt heel heftig: ik at niet meer, dronk weinig en sliep twintig van de vierentwintig uur. En mijn hele lichaam deed pijn. Waar ik inmiddels achter gekomen was, is dat deze pijnaanvallen eigenlijk het genezingsproces betekenen van eerder opgedaan trauma. Dat ze me als het ware uitnodigen om meer in mijn mannelijke kracht te gaan staan, om mijn eigen grenzen beter te bewaken en te gaan staan voor wie ik ten diepste ben. Dat lijkt heel logisch, maar valt niet mee in een tijd waarin collectief van mannen wordt verwacht dat ze vooral zacht, begripvol en verzorgend, kortom ‘vrouwelijk’ zijn. Ik lees momenteel het boek ‘De Wildeman’ van Robert Bly en die spreekt over de collectieve mannelijke wond en het gebrek in onze westerse samenleving aan ‘wijze oude mannen’ als voorbeeld voor opgroeiende jongens.

Terug naar het kerstbier. Ik voelde me dus wekenlang beroerd en had me er al min of meer bij neergelegd dat ik dit jaar geen bier zou maken. Totdat de boodschap van de galstenen en van Robert Bly goed tot me doordrong. Ik mag, of eigenlijk zelfs moet, mijn mannelijke kant meer ruimte geven, er meer laten zijn! Hoe mooi is het dan om je eigen bier te brouwen! Dus stapten Carla en ik afgelopen dinsdag in de auto, snoeischaar mee, plastic tasje mee, helemaal klaar voor de jeneverbes-takken oogst. Aangekomen in het gebied liepen we eerst een poosje te genieten van de winterse rust. Het was grijzig en stil weer. Toen stapte ik van het pad af, op weg naar enkele mooie struiken, terwijl Carla langzaam door liep. Ik plukte de eerste takken en net toen ik weer naar het pad terug wilde keren, zag ik uit mijn ooghoek een man, gekleed in de kleuren van Natuurmonumenten, op een mountainbike aan komen fietsen. ‘Oeps’ ging er door me heen, ‘als dat maar goed gaat’.

Dat ging het niet. De man had me al gauw ingehaald, meldde dat hij een BOA was en vroeg nors wat ik in de plastic tas had. Zodra hij zag dat het jeneverbes-takken waren, meldde hij dat ik een proces verbaal zou krijgen. Twee zelfs: één voor het plukken van de takken en één voor het me buiten de paden begeven. De takken en ook de snoeischaar nam hij in beslag. Ik heb hem uit laten praten en vervolgens verteld dat ik wist dat de jeneverbes beschermd is. Maar ook dat ik met respect voor de natuur pluk en dat ik er een heel bijzonder bier van brouw. En dat hij, wanneer hij werkelijk hart voor de natuur heeft, mensen zoals ik juist zou moeten waarderen. Hij had aan dit alles geen boodschap, noteerde mijn naam en adres en stapte vervolgens weer op de fiets.

Carla, die het gebeurde van een afstandje had gade geslagen, voegde zich weer bij me en we vervolgden onze wandeling. We spraken niet veel, maar in mijn hoofd kwam telkens weer de vraag op: wat nu? Onverrichter zake terug naar huis of nog een keer takken plukken? Maar wat als ik dan weer gesnapt werd? Ik polste Carla naar haar mening, maar die liet het – hoe mooi van haar – helemaal bij mij. Steeds sterker ging ik voelen dat ik niet zonder takken naar huis zou gaan. Het leven nodigde me uit meer in mijn mannelijke kracht te gaan staan, dan zou ik dat doen ook!

Weer terug bij de auto stapten we in en reden weg. Mocht de ijverige boswachter ergens op de loer staan, dan zag hij ons nu vertrekken. Al rijdend zocht ik naar een plek waar dicht bij de doorgaande weg jeneverbes-struiken zouden staan. Die was al snel gevonden, dus keerden we om en parkeerden opnieuw op de parkeerplaats. Carla bleef in de auto achter en ik ging lopend, met een tweede tasje en mijn zakmes, naar de zojuist ontdekte struiken. Er was in geen velden of wegen iemand te bekennen en de struiken waren zo groot, dat ik volledig uit het zicht mijn takken kon oogsten. Binnen no-time was de tas vol en verliet ik via de kortste weg het terrein. Het leek me geen goed idee om met een tas met takken bij de auto aan te komen, een gewaarschuwd mens telt immers voor twee, dus verstopte ik ‘de buit’ achter een markante boom.

En dat is waar we nu naar toe rijden. Al snel zie ik de boom en parkeer de auto in de berm. Ik stap uit om vijf tellen later met ‘de buit’ weer in te stappen. Wat voelt dit goed! Ik heb me niet klein laten krijgen door een overijverige ambtenaar. Ik heb mijn eigen koers gevaren en kan nu thuis gaan brouwen! Het gevoel van trots, van heling, is zo groot, dat ik zelfs dankbaarheid ga voelen voor de norse boswachter. Zijn strenge optreden maakt dat mijn vasthoudendheid extra glans krijgt. De boete, los van de hoogte, zal niet opwegen tegen de ‘positieve push’ die ik vanochtend heb ervaren. Een ochtendje psychotherapie kost vermoedelijk meer.

Er is inmiddels een kleine week verstreken en vanochtend hebben Carla en ik het nog jonge bier gebotteld. Drieëndertig halve liter beugelflessen staan nu in de schuur te rijpen. Over drie weken, als het kerst is, is het bier klaar. Ik zag laatst een prachtige ‘Loesje’ langs komen: ‘Wanneer wordt burgerlijke ongehoorzaamheid een morele plicht.’ Ik was deze week burgerlijk ongehoorzaam en eerder droeg ik geen mondkapje toen dat verplicht was en ging ik ’s avonds op pad toen dat verboden was. Het leven vraagt steeds nadrukkelijker aan mannen én vrouwen om zelf na te denken, je eigen keuzes te maken, niet meer ‘blind’ op de overheid, het RIVM of de NOS te vertrouwen. Los van de rijping zal ons bier dit jaar beter smaken dan ooit. Het kent de smaak van vrijheid!

error: Content is protected !!